Vijf random dingen die ik de voorbije 30 jaar leerde en vijf dingen die ik nog wil doen

Toen ik acht was organiseerden mijn ouders en hun studievrienden een weekend naar de Ardennen met de kinderen. Op 16 en 17 september, om precies te zijn. Dat weet ik omdat mijn moeder jarig was dat weekend, en ze van haar vrienden een reclamepaneel van Jupiler cadeau kreeg. ‘Hier tappen we drieëndertigers’, stond er op dat bord. Dertigers, dat waren onze ouders. Mensen met een serieuze job, een rijbewijs en een eigen huis.

Vanaf morgen ben ik zelf een dertiger. Een rijbewijs en een eigen huis heb ik niet, mijn job wordt door vrienden omschreven als ‘wat tekstjes schrijven en filmpjes maken’. Toch heb ik de voorbije drie decennia heel wat dingen kunnen doen en meemaken. Dit zijn vijf willekeurige zaken die ik daaruit geleerd heb, daarna volgen vijf dingen die ik nog wil doen.

Je kan niet voorbereid zijn op wat een kind brengt, zelfs als je alle boeken over opvoeding ter wereld hebt gelezen. Tegelijkertijd leer je verrassend snel hoe het ouderschap werkt. Net zoals iedere volwassene anders is, geldt dat ook voor kinderen. Soms gaat de fysieke ontwikkeling wat sneller, soms de mentale, soms allebei of soms helemaal niet. Het heeft geen zin om te vergelijken met andere kinderen.