Thailand in vier etappes

Thomas Smolders
6 min readFeb 29, 2020

--

Drie jaar geleden stonden we op het punt om naar Thailand te vertrekken — maar toen gooide een klein insect roet in onze potentiële Pad Thai. Mijn vriendin was namelijk zwanger en de kans dat ze in Thailand door een mug werd gestoken die het zikavirus kan overbrengen was te groot, dat de Belgische overheid het afraadde om naar Azië te reizen.

Niet dat ik dat echt erg vond, want ik was aanvankelijk wat sceptisch. Toen ik 23 was, had ik in New Delhi een lezing gegeven en had mijn eerste bezoek aan Azië me namelijk met gemengde gevoelens achtergelaten. India is op veel vlakken een prachtig land, maar op andere toch net wat minder.

Met die ervaring in het achterhoofd had ik op voorhand al een beeld van Thailand gevormd. Straatventers die je aanklampen en blijven volgen. Oorden vol backpackers ‘op zoek naar zichzelf’ en een toeristische industrie waar ze zelfs in Venetië van opkijken. Nu we drie jaar na die eerste poging alsnog in Thailand zijn geraakt heb ik ontdekt dat die vooroordelen zoals wel vaker niet altijd kloppen — of toch niet op de plekken waar wij waren.

Bangkok

Het eerste wat me opviel toen ik van de luchthaven naar Bangkok reed waren de billboards zo groot als voetbalvelden. Ze prijzen spullen aan waar de meeste Thai alleen maar van kunnen dromen. De torens die aan het eind van de horizon opdoemden deden me denken aan de stad van mijn leven: Sao Paulo. De enige stad waar ik echt van hou — rusteloos, een contradictie, levend, een plek om in te verdwijnen.

Ook Bangkok toonde me al snel enkele van haar gelaten. Van de kraampjes waar de voedselinspectie best niet langskomt tot Gomp, een buurt die wel bedacht lijkt door het Instagram-algoritme. Ik at er pancakes die zo zacht zijn dat het haast leek alsof ik wolken naar binnen zat te douwen.

Tips

  • Neem de boot om de Chao Phraya (voor een stuk) af te varen. Er zijn toeristische boten, maar evengoed veerponten die Thai als vervoersmiddel gebruiken.
  • Bezoek de Grand Palace — en pas op voor oplichters die een paar honderd meter voor het complex staan en je vertellen dat het ‘vandaag uitzonderlijk pas in de middag opengaat en je best eerst een tuktuk naar ergens anders neemt’. Had ik online over gelezen, waarna er zelf eentje op me afstapte. No thanks, bye.
  • Taxi’s en uiteraard ook tuktuks in Bangkok zijn supergoedkoop, zelfs voor langere afstanden.
  • Neem een hotel met een zwembad.

Ayutthaya

Sommige steden zijn zo bijzonder dat Unesco besloten heeft om de hele boel als ‘werelderfgoed’ te classificeren. Bath en Praag, bijvoorbeeld, of Brugge. Ook Ayutthaya is een van de gelukshebbers, met dank aan haar prachtige monumenten en tempels. Doordat we die vroeg in de ochtend bezochten en er zo goed als geen enkele Chinese groep in Thailand was, was er op een roedel straathonden na geen kat te zien.

Het gras was er tot op de millimeter getrimd, maar van zodra je de tempels verlaat beland je in een andere wereld. Eentje van zichtbaar armoede en verloedering. En dat is zonde, want met een goede visie op duurzaam toerisme zou de stad — een groot uitgevallen dorp — er wel bij kunnen varen. Nu lijkt Ayutthaya vooral te mikken op bussen toeristen die één dag op-en-af komen uit Bangkok, maar er zijn genoeg tempels om minstens één nacht te blijven. Het guesthouse waar wij drie dagen verbleven is al een stap in de goede richting. Het was er zo mooi dat ik mijn vriendin gewoon daar al ten huwelijk vroeg, terwijl ik dat normaal pas op Koh Kood zou doen.

Tips

  • Ga ‘s morgens al zeer vroeg de tempels bezoeken, behalve Wat Chaiwatthanaram, die is het mooist bij zonsondergang.
  • Zo goed als alle sites liggen op wandelafstand van elkaar. Er zal wel om de driehonderd meter eens een tuktuk stoppen om te vragen of je geen ritje wil.

Pattaya

Omdat we met onze dochter niet in één trek van Ayutthaya naar Koh Kood konden, besloten we de etappe in twee stukken op te breken. Daardoor konden we ook op bezoek in een opvangcentrum voor olifanten dat op de weg lag, waar ik nog maar eens kon ervaren wat een machtige beesten ‘t wel niet zijn.

De stad Pattaya is exact hoe ik vooraf gevreesd had dat Thailand zou zijn — maar gelukkig is het de enige plek die we zo tegenkwamen. Toeristisch, schreeuwerig, Duitsers en Britten van pensioengerechtigde leeftijd met een Thaise ‘vriendin’ die mijn zus had kunnen zijn.

Om de halve dag te vullen die we er nog over hadden, bezochten we het Sanctuary of Truth. Een houten paleis op het strand, waarvan de bouw begon in 1981. Het is het speeltje van Lek Viriyaphant, een Thaise businessman die een gebouw met een zekere religieuze insteek wilde maken — maar dan met een religie alsof-ie geschreven zou zijn door een kind van tien. ‘Er zijn vier goden, voor ieder element is er eentje. We zijn als mensheid één en mogen de aarde niet vervuilen’, dat soort oppervlakkige dingen. Alsof de broeders Beers hier Tomorrowland zouden organiseren — het zou me niet verbazen als dat er ooit nog van komt.

Op zich is de gigantische houten constructie best indrukwekkend, en als die zomaar vlakbij de zee had gestaan was het fantastisch geweest. Helaas. Rond de Sanctuary is namelijk een minstens even groot commercieel spektakel opgetrokken, met olifantenritjes, souvenirshops… Een inkijkje in de hel.

Tips

  • Blijf hier niet te lang.
  • Check goed welk opvangcentrum voor olifanten je bezoekt. Een gouden tip die ik van Anthony Caere meekreeg is: ‘als er menselijk contact tussen olifanten en mensen mogelijk is, dan is het waarschijnlijk een tourist trap’. An Lemmens stuurde me dan weer dat het uiteraard nog beter is om olifanten in het wild, vanop een afstand, te bekijken.

Koh Kood

‘Ga zo snel mogelijk uit Bangkok en trek naar een van de eilanden’, was een commentaar dat ik vooraf vaak gehoord had. Ik ben blij dat ik het eerste deel van die tip genegeerd heb, maar het tweede deel wel opvolgde.

Het is daar dat ik echt volledig verkocht was en verliefd werd op Thailand. Dagen die vooral bestonden uit lezen en met mijn dochter in de zee spelen. Voor mijn ogen groeit ze, sneller dan bamboe. Urenlang droeg ze water naar de zee en zand naar het strand. Ze viel tegen me in slaap, nadat ze eerst tien minuten uitbundig stond te springen. Er lag zand in bed, meegedragen tussen haar kleine tenen, maar de jeuk ‘s nachts nam ik er met veel plezier bij.

Iedere avond zat ik voor de zee bij een biertje te schrijven en wat te werken — vooralsnog voelen die twee niet als één. Hopelijk doen ze dat nooit.

Tips

  • Boek je vervoer naar het eiland via 12Go. Wij reisden met een bus vanuit Pattaya en daarna een ferry, in het terugkeren namen we de ferry en een bus tot in Bangkok.

--

--

Thomas Smolders
Thomas Smolders

Written by Thomas Smolders

°92. Droomt van de toekomst. Wil een Eames Lounge Chair om in te lezen. Schreef ‘Achter Onze Schermen’, over de impact van technologie op de samenleving.

No responses yet