Nu al heimwee naar Île de Ré
Ter hoogte van de Franse kuststad La Rochelle liggen een aantal prachtige eilanden. Het grootste is Île d’Oléron, het kleinste is Île d’Aix. Île de Ré, waar ik sinds m’n geboorte al tientallen zomers doorbracht, is 85 vierkante kilometer en telt zo’n 20.000 inwoners. Voor mij is het een van de mooiste plekjes van Europa. Bij deze wat tips voor al wie er me de voorbije jaren om vroeg!
Tot diep in de jaren 80 kon je Île de Ré enkel met een veerboot bereiken. Daar kwam in 1988 verandering in toen men het eiland via de derde langste brug van Frankrijk — 3 kilometer lang — met het vasteland verbond. Je zou verwachten dat daarmee het massatoerisme zou volgen, maar hoge appartementsgebouwen zoals aan de Belgische kust zie je hier gelukkig niet. Dankzij een slim toerisme- en bouwbeleid zie je overal de witte bungalows met oranje daken waar het eiland om bekendstaat.
Ook de natuur is al heel mijn leven intact gebleven. Île de Ré telt meer dan 300 vogelsoorten, die je vooral in de zoutpannen of rond de mosselbanken vindt. Die vibe uit Call me by your name? Yes, die hangt hier rond! Goed nieuws voor wie van oesters houdt: jaarlijks wordt er op Ré voor 8.000 ton aan oesters gekweekt. Da’s 3% van de totale productie in Frankrijk! Er zijn verschillende cabannes waar je ze rechtstreeks van bij de producent kan eten of kopen.
Hier doe je zowat alles met de fiets: het eiland telt meer dan 100 kilometer aan fietspaden. Die verbinden de tien dorpjes, die elk hun eigen identiteit hebben. Rivedoux en Les Portes kan je gerust skippen, terwijl Ars, La Flotte en zeker Saint-Martin-de-Ré wel de moeite zijn. Die laatste is, met dank aan de vestiging ontworpen door Vauban, UNESCO werelderfgoed. Je vindt er ook de ezels die symbool staan voor het eiland. In broek, inderdaad, om vervelende insecten tegen te gaan.
Qua uitvalsbasis om te verblijven kies je idealiter Sainte-Marie-de-Ré, Le Bois-Plage-en-Ré of La Flotte. Ze zijn centraal gelegen en groot genoeg om een supermarkt te hebben. De voorbije 30 jaar verbleef ik op verschillende plaatsen. Tot m’n 12e huurden we met de hele familie een huis in Sainte-Marie-de-Ré, de voorbije jaren onder andere in Le Bois-Plage-en-Ré en Loix. Last minute een huisje huren is sowieso duur op Île de Ré, dus je boekt idealiter ergens in het najaar voor de komende zomer.
Er zijn ook verschillende campings op het eiland. Huttopia heeft er twee die er heel mooi uitzien maar die we nog nooit deden, deze zomer verbleven we wel voor het eerst een week op Flower Camping Le Bel Air in La Flotte. Niet in een tent, maar in een lodge. Doen we volgend jaar sowieso nog een week!
De belangrijkste tip voor Île de Ré is sowieso fietsen huren — twee goede verhuurbedrijven die je op meerdere plaatsen vindt zijn Cyclo-Surf en Cycland. Reserveer je fietsen op voorhand, zodat je sowieso hebt wat je wil. Zoals gezegd verloopt bijna alles op Île de Ré namelijk per fiets! Er zijn zeer goede fietspaden en overal is steeds duidelijk aangeduid hoe ver het naar het volgende dorpje is. Een van de mooiste fietstochten is die langs de kustlijn van Saint-Martin-de-Ré naar Loix.
In verschillende dorpen heb je een goede bakker die Au Pain Marin heet. Die croissants en chocoladekoeken daar zijn echt top — ze doen ook bijna altijd 3+1 gratis dus de kans is groot dat je altijd met meer terugkeert dan je plande.
Een hele mooie fietstocht vanuit bijvoorbeeld Sainte-Marie-de-Ré is die naar de Phare des Baleines. Deze vuurtoren kan je ook beklimmen. Wij maakten er als kind altijd een dagtocht van, met een pauze in Ars. Hier kan je bijvoorbeeld middageten in Le Café du Commerce — een aanrader hier zijn de Bretoense pannenkoeken met cider.
Als je nog verder kan fietsen, kan je doorrijden naar het Réserve naturelle de Lilleau des Niges. Hier rijd je tussen de zoutpannen en zie je tientallen vogels. Ben je onderweg moe? Dan kan je een gratis navette gebruiken, waar achteraan plaats is voor fietsen. Net voor en na het middaguur kan het op sommige fietspaden best druk worden, dus probeer die te vermijden.
IJsjes zijn het beste van La Martinière. Toen ik klein was zat die enkel in Saint-Martin maar, intussen hebben die op een paar andere plaatsen ook een winkel. Een daarvan zit aan de voet van de Phare des Baleines — ideaal als beloning na een beklimming van de vuurtoren.
Een aantal stranden in Île de Ré zijn keienstranden — leuk om ‘s avonds op te aperitieven maar minder handig om even op te rusten. Vooral met kinderen zijn plastic sandalen handig. Er zijn uiteraard ook een aantal zandstranden, zoals Plage des Prises in La Couarde en Plage des Grenettes in Sainte-Marie-de-Ré.
Een boottocht naar Fort Boyard, de bekendste buurman van het eiland, is uiteraard onontbeerlijk voor wie Île de Ré nog nooit bezocht. Vanuit Saint-Martin-de-Ré vertrekken er dagelijks meerdere boten naar de gevangenis-in-zee. Helaas kan je er niet binnengaan, maar alleen al voor de passage onder de brug is zo’n tocht een aanrader.
Zin om ook eens naar Île de Ré te gaan? Met de auto sta je er op een dikke acht uur. Leuker is de trip met de trein (kan zowel via Parijs als Lille). Vanuit Charleroi vertrekken er ook vluchten naar La Rochelle. Zowel met de trein als het vliegtuig moet je nadien een busticket kopen om de brug over te gaan, dat kost nog geen vijf euro per persoon.